De avonturen van Hendrik.

 image

Een verhaal geschreven door, met en voor de bezoekers van deze website.
Het principe leest U HIER
(Une histoire en Français s'écrit ICI.)

De dag was nochtans goed begonnen. Een tralende zon en geen mens op straat. De ideale dag om een fietstochtje te maken. Hendrik was vroeg opgestaan, zoals elke zondagochtend. Na een verkwikkende douche en een licht ontbijt was hij klaar om zijn maten te vervoegen die aan het clubhuis verzamelden voor het vertrek. Dat was echter zonder Tristan gerekend, de hond van de buren...
Tristan is een merkwaardige hond. Tristan is niet alleen de hond van de buren, hij is eveneens een waakhond. Of dat was hij in een ver verleden. Gewoonlijk ligt hij op zondagochtend in zijn hok te slapen. Alhoewel dat maar zo lijkt, want in feite houdt de viervoeter wel degelijk de wacht. Zodoende is het niet verwonderlijk dat Tristan getuige is - zoals elke zondagochtend - van het vroege vertrek van buurman Hendrik. Menigmaal had de hond zich al afgevraagd waar die gek geklede vogel op dat stalen ros nu in hemelsnaam naartoe trekt in de vroege ochtend. Vandaag was Tristan niet van plan om met die vraag te blijven zitten. Hij zette beslist de achtervolging in...
Zo gauw buurman Hendrik vertrokken was, sprong Tristan over het hek, dat oorspronkelijk bedoeld was om precies zoiets niet mogelijk te maken. Nogmaals, Tristan is niet zomaar een hond die je opgesloten houdt. Even voorbij het kruispunt had hij de buurman in het vizier. Het viel hem op dat Hendrik zich deze ochtend niet erg aan de verkeersregels hield. Alhoewel er weinig verkeer was, reed de buurman opvallend links van de weg, tot zelfs op het andere baanvak toe. De hond had echter snel in de gaten wat er aan de hand was, toen hij rechts van Hendrik een zwarte schaduw ontwaarde...
Goedgemutst en welgezind trapt Hendrik zijn fietsje naar het vertrekpunt. Er is opvallend weinig volk op straat, en hij vraagt zich af waar al die vroege vogels zijn die hij gewoonlijk de zondagochtend tegen komt. Vroege vogels of late vogels, naargelang het om brave huisvaders gaat die zorgen voor verse koffiekoeken bij het ontbijt, of niet zo brave zonen en dochters die thuis proberen te geraken na een nachtje stappen. Een beetje in gedachten verzonken, merkt Hendrik vanuit een ooghoek hoe iets hem langs rechts tracht in te halen. 'Wat vreemd' denkt hij, 'die hoorde ik niet aankomen'. En plots verliest hij van pure verbazing nog net niet de controle over zijn stuur.  Hij zwenkt zwaar uit naar links, en staart met open mond naar gevaarte dat rechts van hem opduikt...
Ineens was het rond hem. Als een dikke, vettige, donkere mistbank dat hem helemaal omhuld, en op hetzelfde moment verliest hij de controle over het stuur. Hij word opgetild, en voelde zich licht worden in zijn hoofd. Het is net of de donkere massa alle bewustzijn uit hem zuigt, en Hendrik voelt hoe hij meegetrokken wordt, alhoewel hij zo loom geworden is dat hij niet meer kan trappen. Hij voelt zich licht worden, en hij merkt dat zijn wielen al lang de grond niet meer raken. Als hij zich omdraait, merkt hij dat hij effectief door de donkere wolk omhoog gedreven wordt - of lijkt dat maar zo - en het laatste dat hij hoort is het geblaf van Tristan, de hond van de buren, en hij vraagt zich af hoe die daar zo plotseling is gekomen...
Alsof hij ontwaakt na een afschuwelijke nachtmerrie... zo voelt Hendrik zich. Hij ligt op zijn rug op een sponsachtige bodem, zijn fiets is nergens te zien, en in een flits bedenkt hij dat hij Tristan ook nergens meer hoort. Een zacht getik trekt zijn aandacht, en wanneer hij zich recht zet valt het hem op hoe warm het hier is. Het tikken stopt net wanneer hij probeert te achterhalen waar het vandaan komt. In de plaats hoort hij nu het geblaf van Tristan, en de hond komt hem kwispelend tegemoet gelopen. Hendrik kijkt om zich heen... De ruimte waarin hij zich bevind ziet eruit als een schuur, en wanneer hij enkele stappen zet in de richting van de hond merkt hij dat de grond gekleed is met een dikke laag stro. Onwillekeurig denkt Hendrik terug aan zijn kindertijd, waarin hij vele dagen doorbracht in de schuur van zijn opa, en hoe het hem opvalt dat de geur die in deze schuur hangt niets met dieren te maken heeft. Plots gaat er ergens een deur open...
Hendrik wordt er als het ware naartoe gezogen, en voor hij het weet staat hij in de deuropening. De ruimte erachter is donker, alhoewel er geen dreiging vanuit gaat.  Onbewust zet Hendrik een stap in de ruimte... en duikelt pardoes in het ledige. In paniek zweeft hij de bodem tegemoet, en verwacht ieder moment hard neer te komen. Hij komt inderdaad pardoes in contact met de bodem, met een harde plons en terwijl zijn adem plots wordt afgesneden beseft hij dat hij kopje onder is gegaan. Hendrik is een goede zwemmer, en na enkele forse slagen komt hij boven water. Aan de oppervlakte merkt hij dat het plotseling licht is, de zon aan de hemel staat, en hij rondzwemt in een grote plas omgeven door groen. Een streepje zand scheidt een bomenrij van de rand van het meer, en hij ziet Tristan die vrolijk in zijn richting staat te blaffen....


Hoe gaat dit verhaal verder? Email uw bijdrage naar Guy